Begraafplaats: Uithuizen
De kille Uithuizen bevatte ook Kantens, Uithuizermeeden, Usquert en ’t Zandt.
In 1620 gaat het gerucht dat enkele joden zich in Uithuizen willen vestigen; de classis van de Calvinistische Kerk verhindert dit na vele protesten. In het Noorden is men in de Republiek nog niet zo tolerant.
Latere bronnen – uit 1738- vermelden joden, die handel in vee en vlees drijven. Eigenlijk betreft dat één grote familie; ook in Usquert huisden joden - in 1810 10 personen -, maar deze hadden meer affiniteit met Warffum, dat dichterbij ligt en waar ook velen van hen zijn begraven. In 1890 is het aantal joden het hoogst, daarna neemt het in snel tempo af.
Men hield zijn godsdiensten in een speciaal daartoe gehuurd huis; pas in 1887 wordt een synagoge gebouwd, die in 1930 op afbraak wordt verkocht en in 1932 inderdaad wordt afgebroken. In 1912 wonen nog 9 gezinnen, bestaande uit 34 personen in Uithuizen.
Op de begraafplaats staan nu nog 24 stenen. De begraafplaats is een stuk van de Algemene Begraafplaats, in 1864 afgestaan.
De Israëlitische gemeente deed te weinig aan het onderhoud; de paden waren met gras begroeid en niet te vinden, de zerken waren vuil en verzakt; pas in 1914 treedt hier enige verbetering in.
Verder is weinig meer bekend van deze begraafplaats.
Gemaakt door G.F.H. Harkema-Lentz, d.d. september 2011.
Bron: J.H. de Vey Mestdagh, J. Dijkstra en E. Schut, “Joden in Noord-Oost Groningen”, Publicatie Stichting Vrienden van het Rijksarchief in GroningenGroningen 1980, pagina 503 t/m 517 .