english/engels

Begraafplaats: Winsum


het toegangshek uit 1909

In 1969 werd de pas benoemde rijksarchivaris de heer De Vey Mestdagh geconfronteerd met puin ruimen op een schapenweide te Winsum; hij zag dat het brokstukken van joodse zerken waren en zo begon  het omvangrijke boek-werk der  “ Bouwstenen van de geschiedenis der Joodse Gemeenschappen in de stad en provincie Groningen”. 

Het Algemeen Ringreglement in 1821 bepaalde, dat in elke plaats met een synagoge, ook getracht moet worden een eigen begraafplaats  aan te  schaffen. Winsum had al een ring-synagoge sinds 1816, maar er werd nog b.v. te Groningen begraven.

Het kerkbestuur probeerde subsidie van het Rijk te krijgen, maar de hoofdcommissie werkte daar niet aan mee. Zo kwam het dat een paar particulieren (in hun functie van kerkmeesters) door land-aankoop en – verkoop er in slaagden in 1866 een stuk grond te bemachtigen.

In 1867 was de eerste begrafenis  en deze steen staat er nog steeds.

Ook Winsum werd getroffen door de cholera-epidemie van 1866-67; er stierven wel meer joden dan normaal, maar of dit te wijten is aan de cholera, kan niet gezegd worden; totaal stierven hier 53 personen.

In 1867-68 worden er bomen geplant en in 1909 wordt een fraai hek en een brug geplaatst. In 1941 vindt de laatste begrafenis plaats; nu staan er nog 50 zerken. In 1988 wordt de Joodse begraafplaats in Winsum een beschermd monument.

Gemaakt door G.F.H. Harkema-Lentz, d.d. oktober 2011.

Bron: C.A. van der Berg, “De Joodse Gemeenschappen in Noord-West Groningen, Winsum, Eenrum, Leens-Ulrum, Warffum, 1751-1947”, uitg. de Vey Mestdagh Stichting, in 2000; pag. 77 e.v.