english/engels

Begraafplaats: Ter Apel

 

Vanaf 1880 bestond de oorspronkelijke kille Roswinkel - De Maten slechts op papier; de meeste leden woonden in Ter Apel en Ter  Apelkanaal; dus ontstond de behoefte aan een eigen begraafplaats.

In 1886 koopt de Joodse gemeente Ter Apel een stuk bosgrond t.b.v. begraafplaats aan de

Schotslaan in de buurt van het klooster; de vergunning kwam snel.

Er is, behalve dit, weinig archiefmateriaal over deze begraafplaats,

die zo mooi in het bos is gelegen.

In 1900 is er een aanvraag gedaan om een lijkenhuisje te plaatsen, maar dat is er nooit gekomen.

In 1926 was het tijd voor een grote opknapbeurt voor de 3 begraafplaatsen –

Roswinkel, de Maten en Ter Apel – met moeite kreeg men 20 gulden bij elkaar en

konden in 1929 omheiningen van betonpalen en draad worden aangebracht.

Daarnaast werd in de jaren 30 een zerkenfonds opgericht t.b.v. het onderhoud van de begraafplaats, wellicht naar het voorbeeld van Stadskanaal; na de steenzetting stortten de nabestaanden een tientje in de kas.

In ca. 2000 wordt een nieuw hoog ijzeren hek om de begraafplaats geplaatst en wordt de gehele begraafplaats opgeknapt.

 

In Ter Apel staan Ao. 2008 nog totaal 35 graftekens.

De oudste steen uit 1887 is van Mozes Jozef , zoon van kerkvoorzitter Salomon Jozef; de jongste uit 1953 is van Dina Gudema – de Levie.

Niet alle graven hebben een grafteken; houten herinneringsborden zijn vergaan, stenen verweren en breken door regen en vorst.

Bijvoorbeeld 1: In 1921 zijn twee doden begraven, maar er is geen grafsteen over uit dat jaar.

Bijvoorbeeld 2: Vergelijkingen met het chevre-kasboek wijzen uit dat Selma Kropveld geen grafsteen heeft gekregen. Het meisje werd twee en een halve maand oud. Haar ouders kregen treurgeld van de chevre en twee gulden voor de kosten van de rouwkoets. De bode ging haar dood bij de leden aanzeggen maar bekend is dat ze in Ter Apel is begraven.

Niet allen die hier begraven zijn, woonden bij hun dood in Ter Apel.

Bijvoorbeeld: het echtpaar Jozef overleed te Musselkanaal; de nabestaanden begroeven de echtelieden waarschijnlijk in Ter Apel, omdat hun eerder overleden zoon Mozes hier begraven was. Een andere reden kan zijn, dat Salomon Jozef als voorzitter van het kerkbestuur dit bosperceel had gekocht voor een begraafplaats.

 

Veel grafstenen hebben teksten op beide zijden: op de oostelijke zijde (gericht naar Jeruzalem) de Hebreeuwse tekst, op de westelijke zijde de Nederlandse tekst.

De teksten zijn zeer poëtisch en vertellen veelal over het leven, lijden en/of karaktereigenschappen van de overledenen.

Sommige stenen hebben als versiering een Joodse symboliek, zoals kan en wasbekken van de Levieten of de zegenende handen van de Coheniem. De algemene symboliek ontbreekt ook hier niet; gezien de treurwilgen, jonge aanwas naast een boom (=het leven gaat door, al is een boom geveld), een zeis naast een wilg en palmtakken (=overwinning, eeuwig leven).

 

Gemaakt door G.F.H. Harkema-Lentz, d.d. september 2011.

 

Bron: E.P. Boon en J.J.M. Lettinck, De Joodse Gemeenschappen in Westerwolde 1656 – 1950.

Uitgave De Vey Mestdagh Stichting, 2004, pag. 262, 263 en 264.