Begraafplaats: Bellingwolde
Vóór 1879 moesten de leden van de kleine Joodse gemeente te Bellingwolde hun doden op de Joodse begraafplaats in Nieuweschans, ruim tien kilometer verder, begraven; dit kostte hen vaak een hele dag en het was moeilijk dan ook de vereiste 10 mannen/minjan bijeen te krijgen.
Een eigen begraafplaats was een oplossing. De burgerlijke gemeente en de hervormde kerk waren bereid mee te werken.
Op 11 maart 1879 verpacht de hervormde gemeente een deel (5 are) van de oude pastorijheert aan de gemeente Bellingwolde voor een gulden per jaar aan de met name genoemde predikant; het perceel was 100 gulden waard. De hervormde gemeente gaf te kennen de huur niet meer hoeven te ontvangen, op voorwaarde dat de gemeente Bellingwolde van dit stuk een Joodse begraafplaats maakte. Zo kreeg de Joodse gemeenschap van Bellingwolde om niet een begraafplaats toegewezen.
Op 15 dec. 1879 wordt de koopacte ondertekend en tot op heden is de Joodse begraafplaats
eigendom van de gemeente Bellingwolde.
Nu staan er nog 14 graftekens: uit 1882 is de oudste steen die van Herman Lazarus en uit 1939 is de jongste steen, die van Abraham Jozef Braaf.
Niet alle graven hebben een grafteken. Er stierven 21 joden na 1879 in de gemeente Bellingwolde van wie elders geen grafsteen staat. Waarschijnlijk liggen er 18 ongemarkeerde graven.
Bijvoorbeeld: van Benjamin Braaf, vader van Abraham Jozef Braaf bestaat geen grafsteen; hij is er hoogstwaarschijnlijk wel begraven, nadat hij kort voor de deportaties in WO II is overleden.
In elk geval kregen 4 kinderen een grafmonument. Meestal lieten arme ouders geen grafsteen plaatsen voor hun (vroeg) gestorven kinderen.
Naar verhouding liggen er veel ongehuwden begraven: 9 van de 14 stenen wijzen daarop.
Vergeleken met grafteksten elders zijn de teksten op de grafstenen van deze begraafplaats erg sober. Op enkele grafstenen staat een treurboom; er is geen Joodse symboliek te vinden.
Op 12 maart 1965 werden veel Joodse begraafplaatsen op naam gezet van het Nederlands-Israëlitisch kerkgenootschap; Bellingwolde is daarentegen nog steeds bezit van de gemeente Bellingwedde, die het perceel ook onderhoudt.
Gemaakt door G.F.H. Harkema-Lentz, d.d. september 2011.
Bron: E.P. Boon en J.J.M. Lettinck, "De Joodse Gemeenschappen in Westerwolde 1656 – 1950".
Uitgave De Vey Mestdagh Stichting, 2004, pag. 311/ 312.