Begraafplaats: Oude Pekela
In 1693, tien jaar na de vestiging van de eerste joden in Oude Pekela, kocht Daniël Jacobs 136 m2 als eerste van de toekomstige vier percelen als begraafplaats, gelegen tussen de Haanswijk (vroeger Jodenwijk) en de Drayerswijk (nr. 16).
Het oudste stuk, perceel I op de plattegrond, was zoals zoveel in het Oldambt in handen van de Stad-Groningen. Vanaf 1723 moest er heemhuur betaald worden (gold niet voor andere religieuze gemeentes) tot ver in de 19e eeuw en wel: 18 stuivers en 6 plakken.
Perceel II , gescheiden van I door een oude - inmiddels droge - sloot, werd verworven vóór 1731, de totale oppervlakte werd ca. 272 m2; deze uitbreiding was nodig door de groei der bevolking, want ook uit omliggende plaatsen werd hier nog begraven. Pas in 1741 kreeg Veendam-Wildervanck een eigen begraafplaats; ook joden uit de stad Groningen werden in de Pekela’s begraven.
Perceel III kwam er in ca. 1760 bij, nu was het totale oppervlak 985 m2. De heemhuur bedroeg 2 gulden en 19 stuivers. Dit perceel bood plaats aan 240 grafstenen. Pas in 1811 komt er vrijstelling van de jaarlijkse heemhuur.
Perceel IV werd verworven in ca. 1830, het totale oppervlak wordt dan 1590 m2; perceel IV is het achterste gedeelte van de begraafplaats, gezien vanaf de ingang, dus boven het oudste perceel. Dit betekende een ver-vier-voudiging van de begraafplaats. Het is vreemd, maar in dit perceel staat de oudste steen, n.l. van Rebekka / Fes Jacobs, overleden in 1808 (plaatsnummer 430518), 1e echtgenoot van Abraham Izaäks Wijnberg.
Dit foutje is waarschijnlijk ontstaan bij het herstellen van de begraafplaats na vernielingen in de jaren 60.
Perceel IVa is oorspronkelijk een laantje, groot 175 m2, dat bevindt zich direct links van het metaheer-huisje; hier staan 60 grafstenen. Het oudste teken op dit perceel stamt uit 1867.
Ooit waren dit eerst houten gedenktekens (in Leens staan nog steeds 3), zelfs nog in de 19e eeuw.
Een houten grafpaal voor rabbi Beer Juda Levi kostte in 1772 ; 6 gulden en 6 stuivers.
De opschriften op de grafstenen, de vorm en versieringen ervan/erop kunnen veel vertellen over de joodse bewoners en hun gemeenschap.
Op deze begraafplaats staan nog 158 graftekens uit de jaren 1808-1989 (gegevens uit 1991).
Situatie in 2007:
Het aantal zerken is nu 158.
Er zouden nog ca. 5 zerken geschilderd kunnen worden, er is één zerk omgestort.
Men vindt nog kleine marmeren opstukjes (5 tot 6 stuks), b.v. bij Aäron Levie Gudema (opstukje nog intact) = 430614 in de plaatsnummering.
Ook zie je marmeren en granieten naamplaten, zerken van zwart graniet met inscripties en art deco versiering.
Het metaheer-huisje, dat in 1922 een houten gebouwtje verving, heeft een raampje nodig en een dakpan.
Gemaakt door G.F.H. Harkema-Lentz, d.d. september 2011
Bron: E. Schut, "De Joodse Gemeenschappen in de Pekela’s 1683 – 1942",
Publicatie Rijksarchief Groningen, Assen 1991, pag. 9 t/m 20.