Begraafplaats: Loppersum
De joodse begraafplaats aan de Tuinbouwstraat te Loppersum. Gelegen naast de algemene begraafplaats.
In 1863 verzochten 17 leden van de bijkerk Stedum-Loppersum een stukje grond te huren in Loppersum voor een begraafplaats, omdat Appingedam te vèr verwijderd was en zodoende de problemen om daar heen te gaan voor een begrafenis te groot werden. Het beoogde stukje grond wilde men pachten voor een periode van 100 jaar voor 10 gulden per jaar. Dit stukje is gelegen aan de Molenweg op de hoek met de Schepperij; zowel de Raad van de gemeente Loppersum als Gedeputeerde Staten keurden het goed.
Echter in 1884 doet het bestuur van de Israëlitische Gemeente afstand van hun huurrecht, mits het gemeentebestuur hen de beschikking geeft over een stuk grond op de Algemene Begraafplaats. De reden was waarschijnlijk, dat de grond van de oude begraafplaats verkocht was in 1883 aan een notaris. Het koopcontract verbood o.a. de grond te spitten, gebood eventuele gedenkstenen plat neer te leggen en in te metselen, zodat inscripties zichtbaar bleven, en één keer per jaar de familie tot in de 2e graad gelegenheid te geven een bidstond te houden.
In 1886 wordt inderdaad een nieuwe Joodse begraafplaats aangelegd op de Algemene Begraafplaats, welke keurig wordt onderhouden door het kerkbestuur. Het kerkbestuur vraagt in 1893 subsidie aan voor de bouw van een stenen metaheer, daar de oude houten bouwvallig was en de begraafplaats ontsierde. Er staan 25 grafstenen op deze begraafplaats.
Bron: J.H. de Vey Mestdagh, J. Dijkstra en E. Schut, Joden in Noord-Oost Groningen, publicatie St. Vrienden van het Rijksarchief in Groningen (Groningen 1980).